Een belangrijk onderdeel van het autorijden is het begrijpen van je auto. Dus ook alle type lichten van een auto en waar ze voor dienen en hoe ze eruitzien als dashboardlampje. Wij leggen je alle lichten uit!
Dimlicht
Dit is het meest voorkomende type licht, dimlicht gebruik je ook het meest. Dit is een type licht dat naar beneden gericht staat. Je voert dimlicht in verschillende situaties, zoals:
- In de nacht of als het donker is
- Bij slecht zicht door bijvoorbeeld harde regen
- Als je in een tunnel rijdt
- Als de zon laag staat
In het donker of bij slecht zicht is het gebruiken van je dimlichten zelfs verplicht. Als je je mistlampen gebruikt, hoeven je dimlichten niet aan te staan.
Stadslicht
Stadslichten worden vaak ook parkeerlichten genoemd. Dit is eigenlijk ook logischer, want je gebruikt deze lichten enkel als je parkeert of stilstaat. Je moet stadslichten altijd voeren in het donker als je stilstaat of geparkeerd staat op plekken, zoals:
- De rijbaan, zowel binnen als buiten de bebouwde kom
- Een parkeerstrook, parkeervak, vluchthaven of vluchtstrook op de autoweg of snelweg
Mistlicht
Zoals het woord al zegt, gebruik je mistlicht als het extreem mistig is. Je gebruikt deze lichten om jezelf beter zichtbaar te maken voor ander verkeer. Hierbij heb je zowel een mistlicht aan de voorkant en achterkant.
Voorkant: je mag dit licht alleen gebruiken als je zicht enorm belemmerd is. Als vuistregel kun je aanhouden en je zicht minder is dan 200 meter.
Achterkant: de achterkant mag je alleen gebruiken als er door mist of sneeuw je niet meer dan 50 meter kan zien. Bij regen mag je het niet gebruiken.
Grootlicht
Grootlicht is een groot licht dat je alleen mag gebruiken als er geen ander verkeer is. Dit type licht is namelijk altijd verblindend voor het andere verkeer. Je mag geen grootlicht gebruiken, als:
- Overdag
- Als je dicht op een andere auto rijdt
- Als er tegenliggers zijn
Kentekenlicht
Je kenteken moet altijd goed zichtbaar zijn. Overdag is dit niet zo’n probleem, maar ‘s avonds wel. Daarom heeft je kenteken altijd verlichting.
Alarmlicht
Het alarmlicht zijn je richtingaanwijzers, maar in plaats van dat ze richting aangeven gaan beide kanten tegelijk knipperen. Dit licht wordt ook vaak een waarschuwingslicht genoemd. Je voert dit licht, als:
- Je auto pech heeft en je staat bijvoorbeeld langs de kant
- Als je op een onoverzichtelijke of gevaarlijke plek stilstaat of geparkeerd bent
- Als er file is op de snelweg en je komt tot stilstand te staan
Richtingaanwijzer
Aan de hand van je richtingaanwijzer laat je zien wat je van plan bent. Zo weten overige weggebruikers welke kant je opgaat of wat je gaat doen. Je gebruikt je richtingaanwijzers bij elke zijdelingse verplaatsing, zoals:
- Wisselen van rijstrook
- Als je gaat inhalen
- Wanneer je gaat voorsorteren
- Bij het afslaan
- Wanneer je wegrijdt
- Als je gaat invoegen of uitvoegen
- Als je een rotonde verlaat
Verplichte lichten op je auto
Het is zelfs illegaal om te rijden in een auto die niet voldoet aan alle verplichtingen. Als je je auto APK laat keuren, wordt je auto zelfs afgekeurd als de verlichting niet werkt. Een personenauto moet voorzien zijn van de volgende werkende lampen:
- 2 dimlichten
- 2 grote lichten
- 2 stadslichten
- 2 richtingaanwijzers (2 aan de voorkant en 2 aan de achterkant)
- 2 remlichten
- 2 achterlichten
- 1 kentekenplaatverlichting (achter)
- 1 mistachterlicht
- 1 achteruitrijlicht
Ben jij klaar om je rijbewijs samen met ons te halen? Bekijk onze gratis proefles, lespakketten en spoedcursus!