Nederland bestaat uit een complex netwerk van allerlei soorten wegen. Als aankomend bestuurder is het handig om dit netwerk te begrijpen en om te beschikken over een bepaalde basiskennis. Jouw basiskennis testen we meteen met behulp van een uitdagende quiz. Daarna kun je verder lezen, want dan informeren we je over hoe het nu eigenlijk zit met het wegennetwerk van Nederland.
Gebruik van het Nederlandse wegennetwerk
Het Nederlandse wegennetwerk wordt volop gebruikt. Met name de Nederlandse autosnelwegen behoren, na de Britse, tot de drukstbereden snelwegen ter wereld als gekeken wordt op basis van het landelijk gemiddelde. Er gaan zo'n 50.000 tot 100.000 voertuigen in de buitengebieden over de wegen en op interstedelijke assen in de Randstad loopt dit aantal op van 100.000 tot 200.000 voertuigen. Een klein nadeel hiervan zijn de vele files. Positieve kenmerken van Nederlandse wegen zijn dat ze goed onderhouden worden, er sprake is van een moderne verkeerssignalering en dat er veel aan gedaan wordt om de verkeersveiligheid te waarborgen. Nederland staat dan ook in de top 5 landen met de minste verkeersslachtoffers per jaar.
Meer achtergrondinfo over het Nederlandse wegennetwerk
In Nederland ligt 139.294 km aan wegen. Met de aanleg van een snelwegnetwerk begon Nederland al vroeg; in 1937 lag de eerste snelweg er. Na de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw werden vervolgens de meeste snelwegen in de jaren '60 en ' 70 aangelegd. De aanleg van nieuwe (snel)wegen duurde voort tot 2010. In de periode daarna, van 2010 tot en met 2014, werd de capaciteit van het netwerk vooral vergroot door wegverbredingen.
De Nederlandse wegen zijn te onderscheiden in autosnelwegen (aangegeven met de A), niet-snelwegen (aangegeven met de N), stadswegen (aangegeven met de S), recreatief-toeristische weg (R). Ook liggen er Europese wegen (aangegeven met de E) en bij verkeershinder zijn er uitwijkroutes (aangegeven met de U) in Nederland.
Het beheer van de Nederlandse wegen ligt bij het Rijk, Rijkswaterstaat, de waterschappen, gemeenten en provincies. Alle kosten worden niet door tolheffingen binnengehaald, maar worden gedekt door een aantal vaste belastingen. Voorbeelden hiervan zijn: de motorrijtuigenbelasting, de BPM en de brandstofaccijns.
Knooppunten in het Nederlandse wegennetwerk
Nederland kent vooral rondom de Randstad veel ringwegen en knooppunten waar snelwegen en niet-snelwegen samenkomen. De bekendste en drukste drie knooppunten zijn: knooppunt Prins-Clausplein bij Den Haag, knooppunt Oudenrijn bij Utrecht en knooppunt Ridderkerk dat bij Rotterdam/Ridderkerk ligt.
Er zijn verschillende vormen voor knooppunten. Zo heb je onder meer: sterknooppunten, trompetknooppunten, turbineknooppunten en klaverbladknooppunten. Variaties zijn daar ook op, zoals: een windmolenknooppunt, knooppunten die dienen als splitsing, rotondeknooppunten, een volleyballknooppunt, een kwadrantknooppunt, een spaghettiknooppunt of een gotish knooppunt.
Jij op pad
Zo, nu je alles doorgelezen hebt en zelf de test hebt gedaan, kun je weer net met wat meer algemene kennis instappen bij je rijinstructeur. Zeker als je in de Randstad les krijgt dan kun je al tijdens je rijles kennismaken met de grote knooppunten en de drukste wegen van Nederland. Woon je in buitengebied en les je daar ook dan zul je vaak pas later rijervaring opdoen op de drukste wegen van Nederland.
Ben je (net) geslaagd voor je rijbewijs dan kun je op pad door Nederland om zelf te ontdekken en zo te ervaren hoe de Nederlandse wegen zijn.